Manicheeërs
Vanaf de tijd dat Augustinus het bisschopsambt bekleedde, was hij voortdurend betrokken bij controverses inzake het geloof. In veel van zijn werken is dat terug te zien. Alleen de Confessiones, De doctrina christiana , De Genesi ad litteram (Gen 1-3), De Trinitate en het Enchiridion missen een duidelijk controversiële achtergrond. Maar zelfs in die boeken komt naar voren hoe intensief Augustinus betrokken was bij de godsdienst- en geloofsdiscussies van zijn tijd. Voor een beter begrip van deze discussies bespreken we hier achtereenvolgens Augustinus' verhouding tot de manicheeërs, arianen, donatisten, pelagianen en de aanhangers van het Romeinse godendom. Tot slot gaan we in op Augustinus' verhouding tot de joden.
In zijn anti-manichese werken zette Augustinus op de eerste plaats een dialoog voort met zichzelf, hij was zelf ten slotte negen jaar manicheeër geweest. Maar nog belangrijker: in deze werken ging hij de discussie aan met representatieve leden van de manichese kerk. De manichese beweging was een verboden beweging, maar ondanks dat kende ze in het rijk een ruime verspreiding, onder andere in de steden van Afrika. Rondtrekkende manichese predikanten daagden christenen uit tot publieke debatten. De aanhangers vormden een breed netwerk, dat gebruikt werd om waar nodig elkaar maatschappelijk te steunen. Augustinus zelf profiteerde daarvan bij zijn verhuizing naar Rome.
In de discussie met de manicheeërs hield de oplossing die zij gaven voor het probleem van het kwaad, Augustinus het langst in zijn greep. Pas door de preken van Ambrosius nam hij afstand van hun idee dat de mens niet zelf verantwoordelijk was voor het kwaad dat hij of zij bedreef. Volgens het manicheïsme was namelijk de eigenlijke bedrijver van het kwaad een afzonderlijke boze natuur die in de mens haar werk deed. Augustinus reageerde hierop door in zijn boeken de eenheid van de menselijke persoon te onderstrepen en diens verantwoordelijkheid voor eigen daden. Volgens Augustinus lag aan het bedrijven van het kwaad niet een buiten de mens bestaande boze natuur ten grondslag maar de eigen menselijke wil. Het kwaad was in de mens zelf en stond niet buiten hem. Vanuit Augustinus' reactie op het manicheïsme is ook zijn zorg voor het gezag van de bijbel te verklaren. In de ogen van Augustinus bevatte de bijbel geen echte tegenstrijdigheden, de zogenaamde verschillen waren opzettelijk en vulden elkaar aan.
Augustinus ontwikkelde als ex-manicheeër ook een aversie tegen verregaande ascese. Zij mocht niet ontaarden in acrobatiek, maar diende altijd gematigd te zijn en een sociaal karakter te dragen. Werken die hij tegen het manicheïsme schreef: De Genesi adversus manicheos , De utilitate credendi, het verslag van zijn openbaar debat met Fortunatus in de Acta contra Fortunatum manicheum en Contra Faustum waarin het geschrift van de manicheeër Faustus punt voor punt wordt weerlegd.
dr Martijn Schrama OSA en drs Anke Tigchelaar
* Manichicheërs, Arianen, Donatisten, Pelagianen, Romeinse godsdienst
• Augustine through the ages : An encyclopedia / ed. by Allan D. Fitzgerald OSA - Grand Rapids (Mi), Eerdmans, 1999. ISBN: 0-8028-3843-X. - Met name de artikelen: "Arius Arianism, Donatus Donatism, Mani Manicheism, Jews and Judaism"
• Augustinus, de binnenkant van zijn denken / Martijn Schrama. - Zoetermeer: Meinema, 1999. - ISBN: 90-211-3746-1.
• Zoals het hart verlangt: Preken over de Psalmen / Aurelius Augustinus ; vert. en ingel. door Martijn Schrama, Wim Sleddens en Hugo de Lil. - (Sleutelteksten in godsdienst en theologie ; 24). - Zoetermeer: Meinema, 2001. - ISBN: 90-211-3793-3.- Met name p. 26-32.
• Gestalt und Werk Augustins van het Zentrum für Augustinus-Forschung
Top