God is onze stuurman
Het kruishout van Christus is onze reddingsboot
Bij onzekerheden, veranderingen, grote moeilijkheden is het zaak aan boord te blijven van de reddingsboot waarvan God onze stuurman is.
De boot die de leerlingen vervoerde, kwam midden op het meer in moeilijkheden, omdat de wind tegenzat. (Mt 14,24- 27) Dat alles is niet zonder betekenis. Evenmin als het zonder reden is dat de Heer, toen Hij de menigte had verlaten, de berg opging om in afzondering te bidden, en dat Hij, toen Hij vervolgens over het meer naar zijn leerlingen toe wandelde, zag dat ze in groot gevaar waren. Maar door bij hen aan boord te komen wist Hij hen weer gerust te stellen en Hij kalmeerde de golven.
Is het zo vreemd, dat Hij die alles heeft gemaakt, ook alles kan kalmeren? Toen hij aan boord was gekomen, kwamen er ook opvarenden bij Hem en zeiden tegen Hem: "Werkelijk, U bent de Zoon van God." Toen dat voor hen nog niet duidelijk was, waren ze in paniek geraakt, omdat ze Hem over het meer zagen lopen. Ze riepen: "Een spook!" Door aan boord te komen wist Hij de woeste golfbewegingen van de geest uit hun hart weg te nemen. Geestelijk waren ze in groter gevaar dan lichamelijk op het onstuimige meer. Dat kwam doordat ze onzeker waren.
Daar staat tegenover dat de Heer ons er in alles wat Hij doet, opmerkzaam op maakt hoe we hier moeten leven. Want in deze wereld zijn alle mensen vreemdelingen, hoewel ze er niet allemaal naar verlangen om naar het vaderland terug te keren. Op zo'n reis krijgen we immers met woeste golven en zware stormen te maken. Maar we moeten wel aan boord blijven. Want als we met een boot al in gevaar zijn, dan kunnen we het zonder boot wel vergeten. Als je in de diepe zee terechtkomt, kun je nog zulke sterke armen hebben, onherroepelijk komt het moment waarop je, overweldigd door de uitgestrektheid van de zee, verzwolgen wordt en verdrinkt.
Het is dus zaak aan boord te blijven, dat wil zeggen: we moeten ons op het hout laten vervoeren om het meer te kunnen oversteken. Het hout waarop wij, zwakke mensen, ons laten vervoeren, dat is het kruis van de Heer. Daarmee worden we getekend en daardoor worden we beveiligd, zodat we niet worden overspoeld door de golven van deze wereld. We krijgen te maken met woeste golven, maar Hij is God en Hij zal ons bijstaan.
Augustinus, preek 75,1-2 in Van aangezicht tot aangezicht.