Pin04
\"Kijk eens hoe het er aan toeging bij de berg Sinaï en hoe het er aan toeging in Jeruzalem. Toen stonden de mensen op afstand en er heerste angst, geen liefde. Ja, ze waren zó bang dat ze tegen Mozes zeiden: “Spreekt u met ons, maar laat de Heer niet met ons spreken, want dan sterven we.” (Ex 20,19) God daalde af op de Sinaï, in vuur, staat er (Ex 19,18). Maar de mensen, die op enige afstand stonden, joeg Hij schrik aan (Ex 20,12-13 en 17-18), en met zijn vinger grifte Hij in steen, niet in het hart (Ex 31,18).
Maar die keer dat de Heilige Geest kwam hadden de gelovigen zich verzameld op één plaats (Hnd 1,15 en 2,1). Hij joeg hun geen schrik aan op een berg, maar ging een huis binnen. Plotseling klonk er vanuit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag (Hnd 2,12). Er klonk iets, maar niemand schrok. U hebt het geluid gehoord, nu moet u ook het vuur zien. Ook op de berg waren ze er alle twee, het vuur en het geluid, maar toen was er ook nog rook (Ex 19,18 en 20,18), en nu een helder vuur. De Schrift zegt: “Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden.” (Hnd 2,3) Joegen die hun schrik aan vanuit de verte? Welnee! Want die vlammen zetten zich neer op ieder van hen, en allen begonnen te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven (Hnd 2,3-4). Luister hoe ze in talen spreken, en maak daaruit op dat de Geest niet grift in steen maar in het hart.
Daarom heeft de wet van de Geest, gegrift in het hart en niet in steen, die door Christus Jezus leven brengt – in Hem wordt het meest waarachtige paasfeest gevierd – u bevrijd van de wet van de zonde en de dood (Rom 8,2). Ja, om u te doen beseffen dat die afstand tussen het Oude en het Nieuwe Testament onmiskenbaar is zegt de apostel: “Die wet is niet gegrift in tafels van steen maar in de tafels van het lichaam: ons hart.\" (2 Kor 3,3) En de Heer laat de profeet zeggen: “De dag zal komen – spreekt de Heer – dat Ik met het huis van Jakob een nieuw verbond sluit, een ander verbond dan Ik met hun voorouders sloot toen Ik hen bij de hand nam en wegvoerde uit Egypte.” Vervolgens maakt Hij dat verschil duidelijk: “Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en in hun hart schrijven.” (Jr 31,31-33) Wel, als de wet van God in uw hart wordt geschreven jaagt zij u niet van buitenaf schrik aan maar maakt zij u rustig van binnen. Dan heeft de wet van de Geest die door Christus Jezus leven brengt u bevrijd van de wet van de zonde en de dood (Rom 8,2)\".
tekst: Hans van Reisen
literatuur:
- Sint Augustinus, Preken voor het volk / Christine Mohrmann. - Utrecht / Brussel, 1948. - ( Monumenta Christiana ; I,1), p. 447-451.
- Als licht in het hart: Preken voor het liturgisch jaar (1) / Augustinus ; vertaald door Joost van Neer, Martijn Schrama OSA, Anke Tigchelaar en Paul Wammes; ingeleid en van aantekeningen voorzien door Martijn Schrama o.s.a. - Baarn: Ambo, 1996. - (Ambo-Klassiek)., p. 229-246.
- Augustinus, Leven en werken / A. Sizoo. – Kampen, 1957, p. 213-214.
- Luisteren naar Sint Augustinus / Frans Vromen O.S.B. – Brugge, 1985. - ( Kerkvaderteksten met commentaar ; 7). – Brugge, 1985. - p. 137-156.
- Twintig preken van Aurelius Augustinus / Gerard Wijdeveld. – Baarn, 1986. - ISBN : 90 263 0759 4. - p. 108-112.
- \"Waait de wind nog waarheen zij wil? Augustinus\' verkondiging op het Pinksterfeest” / Hans van Reisen, in: De Eerste Dag ; 22 (1999) 3, p. 4-8.
- Als lopend vuur: Preken voor het liturgisch jaar (2) / Augustinus ; vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Richard van Zaalen o.f.m., Hans van Reisen en Sander van der Meijs. - Amsterdam: Ambo, 2001. - p. 190.
- “Augustinus’ Pinksterpreek 272B*”/ Joost van Neer, in : Jaarboek voor Liturgie-onderzoek 19 (2003), 175-196.
top